Over ons
Onze visie voor onderwijs in 2032
Groene school
OBS De Bijenkorf stelt zich in voor de toekomst. Op onze school maken kinderen op een uitdagende speelse manier kennis met het milieu en de natuur. Wij geloven dat natuur een actieve rol moet spelen in het onderwijs. Want natuur op welke schaal dan ook nodigt uit tot bewegen, spelenderwijs ontdekken en draagt bij aan het welzijn en de sociale ontwikkeling van kinderen. Onze energie wordt voorzien door de zonnepanelen op ons dak. Een keer in de maand gaan onze klassen samen met zijn allen afval prikken. Hierdoor realiseren ze zich de invloed van milieuvervuiling. De kinderen worden er in de klas op geattendeerd dat zij hun afval scheiden in de daarvoor bestemde afvalbakken. |
Digitalisering
Onze school vind het belangrijk om de leerlingen veel digitale middelen te laten gebruiken. Zo is ons streven dat zodra de leerlingen onze school verlaten in groep 8, ze de basis ICT kennis en vaardigheden hebben. Ook de mediawijsheid, dit houd in het bewust kritisch en actief omgaan met de media, speelt een grote rol bij ons op school. Wij hebben voor iedere leerling vanaf de middenbouw een eigen Chromebook ter beschikking. Ook beginnen we in de onderbouw al met kleine reken en taal oefeningen op hun eigen Ipad. |
Gezond onderwijs
Als school zetten wij ons in voor de gezondheid van onze leerlingen. Wij vinden het belangrijk dat zij ook op school een gezonde voeding en een gezonde hoeveelheid aan beweging krijgen. Drie keer per week krijgen onze leerlingen schoolfruit, wat gaat van een klassiek appeltje naar exotische vruchten zoals papaja. Qua beweging vinden wij het belangrijk dat zij ook tijdens de les de mogelijkheid hebben om zich te bewegen. Dit doen wij door middel van bewegend onderwijs. Zo proberen onze collega's tussen alle lessen door een Energizer te doen om de concentratie van leerlingen er bij te houden. |
Onze missie voor onderwijs in 2032
Openbaar onderwijs
Het openbaar onderwijs is een onderwijsvorm die open staat voor alle kinderen ongeacht welke afkomst of welk geloof. Kernwaarden van het openbaar onderwijs zijn: gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting. Onze school volgt geen specifieke godsdienstige richtlijn of een cultuur, maar neemt de belangrijkste punten uit meerdere culturen. Dit is zodat de kinderen multicultureel worden. |
Respect
Onze school staat voor gelijkwaardigheid en gelijke kansen in het bloeien van de ontwikkeling. Wij zijn een openbare school dus zijn er leerlingen met verschillende afkomsten en geloofsovertuigingen, hierdoor leren wij dat gelijkheid en respect belangrijke factoren zijn binnen onze school. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen elkaar en de leraren respecteren en accepteren. Pesten wordt bij ons op school absoluut niet geaccepteerd, daarom geven wij hier ook voorlichtingen en trainingen over. |
Veilige school
Om een veilige school te creëren staat onze school in de buurt van een woonwijk. Hierdoor kunnen de kinderen die in de buurt wonen veilig naar school zonder al te veel verkeer. Voor de kinderen die verder weg wonen zijn er bussen die de kinderen kunnen ophalen bij de haltes dicht bij de huizen. Ook binnen de school zijn we bezig met veiligheid. We richten ons bijvoorbeeld op lessen rots en water waarbij de kinderen voor zichzelf op leren komen en dus weten wat ze moeten doen in een vervelende situatie. |
21st century Skills
De wereld veranderd in een snel tempo, er komen steeds nieuwe uitvindingen waardoor de wereld steeds kleiner wordt. Op de Basisschool de Bijenkorf willen wij de leerlingen voorbereiden op die nieuwe wereld, door de 21st century skills toe te passen in ons onderwijs en dit de leerlingen mee te geven.
Definitie van 21st century skills 21st century skills, beter bekend als 21e eeuwse vaardigheden, is een verzamelnaam voor elf belangrijke competenties voor in de 21e eeuw. De 21st century skills zorgen er voor dat leerlingen voorbereid zijn voor een toekomst die in korte tijd veel verandert door de ontwikkeling in technologie en digitalisering. Het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) en Kennisnet ontworpen een model van de 21e eeuwse vaardigheden. Hieronder een overzicht van en toelichting op de verschillende vaardigheden.
1. Communiceren Leerlingen moeten bekwaam zijn in het doelgericht boodschappen overbrengen, ontvangen en begrijpen. Ze moeten voldoende vaardigheden hebben om uit de voeten te kunnen met verschillende communicatieve situaties en communicatiepartners. Ook is het belangrijk dat ze kundig zijn met passende communicatiemiddelen en ook moeten ze effectief gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van ICT en technologie.
2. Samenwerken Samenwerken is het in groepsverband realiseren van een doel waarbij iedereen elkaar aanvult en ondersteunt om samen tot het ideale eindresultaat te komen. Voor samenwerking is zowel het sociale als het cognitieve vlak erg belangrijk. In dit proces is het belangrijk dat iedereen zich weet aan te passen aan zijn/haar rol binnen de groep. Ook is het belangrijk om goed feedback weten te ontvangen en te geven en hoe hiermee om te gaan. Wat ook erg belangrijk is binnen groepsverband is het hebben van een open houding op meerdere vlakken. Ook het maken van afspraken is cruciaal in groepsverband, dit zorgt er voor dat de communicatie binnen een groep een stuk beter verloopt.
3. Sociale en culturele vaardigheden Bij deze vaardigheid gaat het om het effectief kunnen werken, leren en leven met mensen die zijn opgegroeid in een ander milieu, of volgens andere normen en waarden. Het milieu waarin je opgroeit is enorm bepalend voor je manier van denken, handelen en communiceren. Om in de 21e eeuw op een goede manier samen te kunnen leven en werken met mensen van een andere achtergrond dan jij zelf is het erg belangrijk om meer te weten over hun manier van denken en hoe hier mee om te gaan. Klassen zullen steeds rijker aan diversiteit worden. Daarom is het erg belangrijk als leerlingen bewust omgaan met onderlinge verschillen en hierop hun talenten in te zetten om aan te sluiten bij anderen.
4. Zelfregulering Niet klakkeloos de aanwijzingen volgen, maar zelfstandig handelen en daar de verantwoordelijkheid voor nemen. Dat is waar zelfregulering om draait, rekening houdend met de context en de eigen capaciteiten. Specifieker gaat het bij zelfregulering om het stellen van realistische doelen en prioriteiten op basis van eerdere ervaringen, doelgericht handelen, het plannen van het proces, reflecteren en zicht hebben op de consequenties van het eigen handelen voor zichzelf en de omgeving.
5. Kritisch denken Dit is de kwaliteit om zelf over dingen na te denken, zonder alles zomaar aan te nemen. Hierin is het erg belangrijk om tot een keuze te komen waar goed over na is gedacht. Leerlingen hebben daar denkvaardigheden voor nodig, houdingsaspecten, reflectie en zelfregulerend vermogen.
6. Creatief denken Belangrijk voor het creatief denken is het kennen en hanteren van creatieve technieken, denken buiten gebaande paden, het kunnen zien van nieuwe samenhangen. Ook zijn het durven nemen van risico’s, inzien dat fouten mogelijkheden zijn om van te leren en het hebben van een ondernemende, onderzoekende houding erg belangrijk.
7. Probleem oplossen Het is erg belangrijk om in probleemgevallen te denken in oplossingen en hier naar te handelen. Hiervoor is het cruciaal dat leerlingen merken wanneer een probleem zich voordoet en dan moeten ze deze vervolgens goed onder woorden weten te brengen. Wat hier noodzakelijk voor is, is dat de leerlingen bekend zijn met strategieën en weten hoe ze deze hanteren, om problemen op te lossen.
8. Computational thinking Voor het oplossen van toekomstige problemen, is het noodzakelijk dat de leerlingen bekend zijn met de huidige technologie en weten hoe ze deze toe moeten passen. Computational thinking bestaat uit meerdere vaardigheden. Ook moeten leerlingen goed problemen kunnen formuleren, zodat het mogelijk is om hier digitale hulpmiddelen voor te gebruiken om het op te lossen. Ook is het belangrijk dat leerlingen data logisch kunnen ordenen en analyseren. Daarnaast moeten leerlingen een keuze kunnen maken om de meest geschikte stappen en bronnen toe te passen om tot een oplossing te komen. Tenslotte dienen leerlingen het proces te generaliseren zodat ze dat ook bij volgende problemen kunnen toepassen.
9. Informatievaardigheden Deze vaardigheden hebben te maken met het kunnen zien en beschrijven van de behoefte naar informatie. Het is belangrijk dat leerlingen leren te beoordelen wat relevante informatie is, hoe deze op te zoeken, te verwerken, gebruiken en toe te passen. Daarvoor is het nodig dat ze een zoekvraag kunnen opstellen, trefwoorden kunnen bedenken, informatie kunnen beoordelen en de gevonden informatie goed kunnen ordenen.
10. ICT-basisvaardigheden Voorwaardelijk voor het goed om kunnen gaan met ICT is een bepaalde basiskennis. Leerlingen worden geacht de basisbegrippen en basisfuncties van computers en computernetwerken te kennen, hardware aan te kunnen sluiten en bedienen, standaard kantoortoepassingen te kunnen gebruiken en te kunnen werken met internet- en softwareprogramma’s. Ook is het cruciaal dat leerlingen op de hoogte zijn van de huidige beveiligings- en privacyaspecten en hiermee om kunnen gaan.
11. Media wijsheid De Raad voor Cultuur definieert mediawijsheid als volgt: het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. Volgens de Raad van Cultuur draait het bij mediawijsheid om drie belangrijke activiteiten die betrekking hebben op alle burgers, dus niet alleen op kinderen.
1. Functioneren: mediawijsheid is nodig om goed te kunnen functioneren in de hedendaagse samenleving.
2. Participeren: mediawijsheid is nodig om goed te kunnen participeren in het maatschappelijke proces.
3. Produceren: mediawijsheid is nodig omdat de nieuwe media uitnodigen tot het produceren van content.
Bronnen Biesta, G.J.J. (2013). Responsive or responsible? Education for the global networked society. Brand-Gruwel, S., & Wopereis, I. (2010). Wordt informatievaardig! Selecteren, beoordelen en verwerken van digitale informatie. Groningen: Noordhoff. KNAW (2012). Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs: Vaardigheden en attitudes voor de 21ste eeuw. Amsterdam: KNAW. McKeeman. L. & Oviedo, B, 2013. Enhancing Communicative Competence through integrating 21st Century Skills and Tools. Geraadpleegd op 6 maart 2020 van https://csctfl.wildapricot.org/resources/Documents/2013Report/Chapter%203.pdf Raad voor Cultuur (2005). Mediawijsheid: De ontwikkeling van nieuw burgerschap. Den Haag: Raad voor Cultuur. Stichting Leerplan Ontwikkeling. 21e-eeuwse vaardigheden. Geraadpleegd op 9 maart 2020, van https://slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/ Thijs, A., Fisser P. & van der Hoeven, M. (2014). Rapportage 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs. Enschede: SLO.
Definitie van 21st century skills 21st century skills, beter bekend als 21e eeuwse vaardigheden, is een verzamelnaam voor elf belangrijke competenties voor in de 21e eeuw. De 21st century skills zorgen er voor dat leerlingen voorbereid zijn voor een toekomst die in korte tijd veel verandert door de ontwikkeling in technologie en digitalisering. Het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) en Kennisnet ontworpen een model van de 21e eeuwse vaardigheden. Hieronder een overzicht van en toelichting op de verschillende vaardigheden.
1. Communiceren Leerlingen moeten bekwaam zijn in het doelgericht boodschappen overbrengen, ontvangen en begrijpen. Ze moeten voldoende vaardigheden hebben om uit de voeten te kunnen met verschillende communicatieve situaties en communicatiepartners. Ook is het belangrijk dat ze kundig zijn met passende communicatiemiddelen en ook moeten ze effectief gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van ICT en technologie.
2. Samenwerken Samenwerken is het in groepsverband realiseren van een doel waarbij iedereen elkaar aanvult en ondersteunt om samen tot het ideale eindresultaat te komen. Voor samenwerking is zowel het sociale als het cognitieve vlak erg belangrijk. In dit proces is het belangrijk dat iedereen zich weet aan te passen aan zijn/haar rol binnen de groep. Ook is het belangrijk om goed feedback weten te ontvangen en te geven en hoe hiermee om te gaan. Wat ook erg belangrijk is binnen groepsverband is het hebben van een open houding op meerdere vlakken. Ook het maken van afspraken is cruciaal in groepsverband, dit zorgt er voor dat de communicatie binnen een groep een stuk beter verloopt.
3. Sociale en culturele vaardigheden Bij deze vaardigheid gaat het om het effectief kunnen werken, leren en leven met mensen die zijn opgegroeid in een ander milieu, of volgens andere normen en waarden. Het milieu waarin je opgroeit is enorm bepalend voor je manier van denken, handelen en communiceren. Om in de 21e eeuw op een goede manier samen te kunnen leven en werken met mensen van een andere achtergrond dan jij zelf is het erg belangrijk om meer te weten over hun manier van denken en hoe hier mee om te gaan. Klassen zullen steeds rijker aan diversiteit worden. Daarom is het erg belangrijk als leerlingen bewust omgaan met onderlinge verschillen en hierop hun talenten in te zetten om aan te sluiten bij anderen.
4. Zelfregulering Niet klakkeloos de aanwijzingen volgen, maar zelfstandig handelen en daar de verantwoordelijkheid voor nemen. Dat is waar zelfregulering om draait, rekening houdend met de context en de eigen capaciteiten. Specifieker gaat het bij zelfregulering om het stellen van realistische doelen en prioriteiten op basis van eerdere ervaringen, doelgericht handelen, het plannen van het proces, reflecteren en zicht hebben op de consequenties van het eigen handelen voor zichzelf en de omgeving.
5. Kritisch denken Dit is de kwaliteit om zelf over dingen na te denken, zonder alles zomaar aan te nemen. Hierin is het erg belangrijk om tot een keuze te komen waar goed over na is gedacht. Leerlingen hebben daar denkvaardigheden voor nodig, houdingsaspecten, reflectie en zelfregulerend vermogen.
6. Creatief denken Belangrijk voor het creatief denken is het kennen en hanteren van creatieve technieken, denken buiten gebaande paden, het kunnen zien van nieuwe samenhangen. Ook zijn het durven nemen van risico’s, inzien dat fouten mogelijkheden zijn om van te leren en het hebben van een ondernemende, onderzoekende houding erg belangrijk.
7. Probleem oplossen Het is erg belangrijk om in probleemgevallen te denken in oplossingen en hier naar te handelen. Hiervoor is het cruciaal dat leerlingen merken wanneer een probleem zich voordoet en dan moeten ze deze vervolgens goed onder woorden weten te brengen. Wat hier noodzakelijk voor is, is dat de leerlingen bekend zijn met strategieën en weten hoe ze deze hanteren, om problemen op te lossen.
8. Computational thinking Voor het oplossen van toekomstige problemen, is het noodzakelijk dat de leerlingen bekend zijn met de huidige technologie en weten hoe ze deze toe moeten passen. Computational thinking bestaat uit meerdere vaardigheden. Ook moeten leerlingen goed problemen kunnen formuleren, zodat het mogelijk is om hier digitale hulpmiddelen voor te gebruiken om het op te lossen. Ook is het belangrijk dat leerlingen data logisch kunnen ordenen en analyseren. Daarnaast moeten leerlingen een keuze kunnen maken om de meest geschikte stappen en bronnen toe te passen om tot een oplossing te komen. Tenslotte dienen leerlingen het proces te generaliseren zodat ze dat ook bij volgende problemen kunnen toepassen.
9. Informatievaardigheden Deze vaardigheden hebben te maken met het kunnen zien en beschrijven van de behoefte naar informatie. Het is belangrijk dat leerlingen leren te beoordelen wat relevante informatie is, hoe deze op te zoeken, te verwerken, gebruiken en toe te passen. Daarvoor is het nodig dat ze een zoekvraag kunnen opstellen, trefwoorden kunnen bedenken, informatie kunnen beoordelen en de gevonden informatie goed kunnen ordenen.
10. ICT-basisvaardigheden Voorwaardelijk voor het goed om kunnen gaan met ICT is een bepaalde basiskennis. Leerlingen worden geacht de basisbegrippen en basisfuncties van computers en computernetwerken te kennen, hardware aan te kunnen sluiten en bedienen, standaard kantoortoepassingen te kunnen gebruiken en te kunnen werken met internet- en softwareprogramma’s. Ook is het cruciaal dat leerlingen op de hoogte zijn van de huidige beveiligings- en privacyaspecten en hiermee om kunnen gaan.
11. Media wijsheid De Raad voor Cultuur definieert mediawijsheid als volgt: het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld. Volgens de Raad van Cultuur draait het bij mediawijsheid om drie belangrijke activiteiten die betrekking hebben op alle burgers, dus niet alleen op kinderen.
1. Functioneren: mediawijsheid is nodig om goed te kunnen functioneren in de hedendaagse samenleving.
2. Participeren: mediawijsheid is nodig om goed te kunnen participeren in het maatschappelijke proces.
3. Produceren: mediawijsheid is nodig omdat de nieuwe media uitnodigen tot het produceren van content.
Bronnen Biesta, G.J.J. (2013). Responsive or responsible? Education for the global networked society. Brand-Gruwel, S., & Wopereis, I. (2010). Wordt informatievaardig! Selecteren, beoordelen en verwerken van digitale informatie. Groningen: Noordhoff. KNAW (2012). Digitale geletterdheid in het voortgezet onderwijs: Vaardigheden en attitudes voor de 21ste eeuw. Amsterdam: KNAW. McKeeman. L. & Oviedo, B, 2013. Enhancing Communicative Competence through integrating 21st Century Skills and Tools. Geraadpleegd op 6 maart 2020 van https://csctfl.wildapricot.org/resources/Documents/2013Report/Chapter%203.pdf Raad voor Cultuur (2005). Mediawijsheid: De ontwikkeling van nieuw burgerschap. Den Haag: Raad voor Cultuur. Stichting Leerplan Ontwikkeling. 21e-eeuwse vaardigheden. Geraadpleegd op 9 maart 2020, van https://slo.nl/thema/meer/21e-eeuwsevaardigheden/ Thijs, A., Fisser P. & van der Hoeven, M. (2014). Rapportage 21e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs. Enschede: SLO.